Er
was eens een dappere ridder genaamd Sir Roland. Hij was beroemd om zijn
moed en zijn vele overwinningen in de strijd.
Maar ondanks zijn dapperheid had Sir Roland een geheim: Elke nacht werd hij geplaagd door verschrikkelijke nachtmerries. In zijn dromen vocht hij tegen angstaanjagende monsters en donkere schaduwen die hem achtervolgden. Hij lag dan te rillen in zijn bed en het zweet parelde op zijn voorhoofd. Op een nacht, na een bijzonder angstaanjagende droom, besloot Sir Roland dat hij zijn nachtmerries moest overwinnen. Hij trok zijn harnas aan, pakte zijn zwaard en schild, en ging op zoek naar de bron van zijn angsten. Hij wist dat hij diep in het donkere woud moest gaan, waar volgens de legende de Nachtmerriekoning woonde. Het woud was donker en stil, en de bomen leken te fluisteren terwijl Sir Roland zich een weg baande. Na uren van lopen en zoeken bereikte hij een oude, vervallen toren. Voor de deur stond een groot, zwart paard met vurige ogen met daarop de bewaker van de Nachtmerriekoning. "Wie durft mijn domein te betreden?" riep de bewaker met een dreigende stem. "Ik ben Sir Roland, en ik ben hier om mijn nachtmerries te overwinnen," antwoordde de ridder vastberaden. De bewaker liet hem binnen en Sir Roland beklom de krakende trappen van de toren. Bovenaan vond hij de Nachtmerriekoning, een wezen gehuld in de schaduwen der duisternis "Waarom kom je hier, sterveling?" vroeg de koning met een stem die ijzig door de lucht sneed. "Ik ben hier om mijn angsten onder ogen te zien en mijn nachtmerries te bestrijden," zei Sir Roland, terwijl hij zijn zwaard trok. De Nachtmerriekoning lachte spottend. "Je kunt je angsten niet met een zwaard verslaan, ridder. Je moet ze begrijpen en accepteren." Sir Roland dacht na over de woorden van de koning. Hij realiseerde zich dat hij altijd had geprobeerd zijn angsten te bestrijden in plaats van ze te begrijpen. Hij liet zijn zwaard zakken en keek de koning recht in de ogen. "Ik ben niet bang voor jou," zei hij kalm. "Ik begrijp nu dat mijn angsten deel van mij zelf zijn, en ik accepteer ze." Bij die woorden begon de duisternis rondom de Nachtmerriekoning te vervagen. De schaduwen losten op en de koning veranderde in een oude, wijze man. "Je hebt de ware kracht van moed ontdekt, Sir Roland," zei de man. "Door je angsten te accepteren, heb je ze overwonnen." Vanaf die nacht had Sir Roland geen nachtmerries meer. Hij sliep rustig en werd nog wijzer en moediger dan voorheen. Hij vertelde zijn verhaal aan iedereen die het wilde horen, en vertelde hen dat ware moed niet het ontbreken van angst is, maar het begrijpen en accepteren van angst. |